2009.IV_100x50

2009.IV kent een lange en moeilijke ontstaansgeschiedenis. oorspronkelijk was het een groot schilderij met een wulpse dame op een bed dat dienst deed als een speelgoedautootje. in mijn kindertijd was mijn bed zo ongeveer alles wat ik maar kon bedenken en wat ik nodig had voor mijn spel. daarover wilde ik een schilderij maken: over de kindertijd, de ongebreidelde mogelijkheidszin en de nostalgie. het is iets anders geworden: de stervorm op het hoofd van de patient is voor mij lang een verwijzing geweest naar een foto van Marcel Duchamp, die de moderne kunst heeft uitgevonden en haar dan ook maar direct heeft gedood door haar teneinde te denken. daarin moest ingegrepen worden. in het tendode denken. (een vorig titel was: de anatomieles van dokter Duchamp, artiest, kleine foto)
de anatomieles van dr Tulp - ook al te zien op het schilderij pandora werd een leidraad. ook de domheid sloeg toe op het gezicht van de patient. er was werk aan de winkel. het werd wat het nu is, een klein schilderij over
grote ingrepen.



------------------------------------------------------------
dat ik geen hoofdletters gebruik, hebt u te danken aan Marcel Wauters, schrijver.
het gebruik van hoofdletters vergt ook veel meer energie tijdens het typen, en aandacht ook. altijd die extra toets indrukken. ik heb nog van geen wetenschappelijke publicaties hieromtrent weet, maar een exact onderzoek dringt zich op.
2008.III_155x115
(maldoror)


'Gedurende mijn hele leven heb ik gezien dat de mensen met hun smalle schouders, geen enkele uitgezonderd, talrijke en domme daden doen, ik zag dat ze hun medemensen verdierlijkten en de zielen met alle mogelijke middelen slecht maakten. Zij noemen het motief van hun daden: de roem. Bij het zien van dit schouwspel wilde ik lachen zoals de anderen, maar die vreemde nabootsing was mij niet mogelijk. Ik nam een mesje met een vlijmscherp lemmet en ik spleet het vlees op de plaats waar mijn lippen bij elkaar komen. Een ogenblik geloofde ik dat mijn doel bereikt was. Ik bekeek in de spiegel die mond, die ik verwond had door mijn eigen wil! Het was en vergissing! Het bloed dat overvloedig uit de twee wonden vloeide, verhinderde trouwens te onderscheiden of dat nu werkelijk het lachen van de anderen was. Maar na een korte vergelijking zag ik wel dat mijn lachen niet leek op dat van de mensen, dat wil zeggen ik lachte niet.'

Comte de Lautréamont, De zangen van Maldoror, Eerste zang.