2011.VIII_115x100

het borstbeeld blijft me fascineren. het is de mogelijkheid, het los van het lichaam dat lijdt en het is de identiteit, die, zoals altijd weer, verkleed als zichzelf, zichzelf in de steek laat. gelukkig. niets erger dan de rest van je dagen hetzelfde te moeten zijn. het borstbeeld is tevens het falen van de mogelijkheid. het is het immer vaste. Wat gegeven is en altijd gegeven zal zijn. niets dat verandert. het is de fascinatie voor dat wat was. maar dat is de schilderkunst altijd. geen ander bestaan voor de schilderkunst dan de fascinatie voor dat wat was, zelfs als ze utopisch is. geweldig. daarom kan schilderkunst ook nooit hedendaags zijn. ze verloochent dan haar enige bestaansrecht.

of dat wat ik hier nu zo even bedenk ook juist is, is niet de vraag. het werd gedacht en dat is van belang. (het belang van een idee is niet dat het juist is, wel dat het geproduceerd is. wat niet wil zeggen dat kunst samenvalt met dat waar ze vandaag de dag voor lijkt te staat, leuke ideetjes die we eens even zullen uitvoeren (lees: dat noemen we dan vandaag de dag conceptuele kunst. flauwe kul en lariekoek. dat is het, totaal irrelevante nonsens. degelijkheid in denken. degelijkheid in uitvoering. misschien is dat te moeilijk voor de mensen van vandaag die opgroeien in de diversiteit en versplinterdheid van de nieuwe media. en toch houdt een hele gemeenschap (west-europa) zich vandaag met niets anders bezig dan met een achterhaalde invulling van een boeiend concept: identiteit. laten we daarom het borstbeeld zien als de clown die lacht om zijn eigen invulling.